De Arbo Unie luidde in oktober 2019 via de media de noodklok. Werkstress en burn-out zijn dé beroepsziekte nummer één in ons land geworden… In 2030 lijdt naar verwachting zelfs 30% van de beroepsbevolking hieraan. De Arbo Unie roept nu werkgevers op om meer te doen aan bescherming van de werknemers. Terecht vind ik. Maar, ik vind óók dat we het elkaar de komende jaren wat meer naar de zin moeten gaan maken.
U leest het goed : ‘elkaar naar de zin maken’…
Een werkgever heeft verplichtingen. Een werknemer ook en juist bij de werkvreugde op de onderstroom. Deze werkvreugde heeft naar mijn idee te maken met het ervaren van autonomie in relatie met anderen, met zelfvertrouwen hebben over wat je kunt/moet leveren in je werk, met de lat of de norm net prikkelend genoeg neer leggen. Leven en werken vanuit vertrouwen is veel prettiger dan vanuit controle. Voor zowel de werkgever als de werknemer. Erkenning en waardering, complimenten geven – en ook kunnen ontvangen – maken ieders dag en werkweek een stuk aangenamer. Handelen vanuit kracht in plaats vanuit macht helpt om een goede workflow te ervaren.
Gezien deze wederkerigheid is werkvreugde voor mij wel een ding dat een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. Het is té makkelijk om alles over de schutting te gooien op het bordje van de werkgever. We hebben allemaal een eigen verantwoordelijkheid. Laten we daarom stoppen met een éénzijdige belichting. Geef elkaar de ruimte, geef elkaar het gevoel dat ieder op zijn eigen werkvreugde invloed heeft en dat dan ook neemt! Laten we elkaar helpen en opleiden om dit dan ook als zodanig te gaan inzetten…
“We hebben elkaar ‘hart’ nodig”