Afgelopen week heb ik de discussie rondom de toeslagenaffaire met verwarring gevolgd. De termen: “De afstand tussen de politiek en de mensen”, “De menselijke maat” en “Ga eens echt luisteren”, blijven in mijn achterhoofd hangen.
Ik denk terug aan een digitale teambijeenkomst die ik recent heb begeleid.
Het zorgteam had mij uitgenodigd om een gesprek met hun zorgdirecteur voor te bereiden. Ik begon het gesprek met een aantal gestructureerde vragen: “Wat is belangrijk in dit gesprek? Wat willen jullie er minimaal mee bereiken?” Er werd enthousiast gereageerd en de eerste items kwamen boven tafel. Mooi, het begin was gemaakt. Een van de teamleden pakt door en vertelt: “Ik vind het lastig om adequaat te reageren naar de zorgdirecteur. Ik heb dan vragen of snap niet helemaal wat zij bedoelt. Maar dan durf ik daar niet spontaan op te reageren. Als we achteraf napraten, dan kom ik tot de conclusie dat ik nèt niet gezegd heb wat ik wilde zeggen. En ja, achteraf lukt het me wel om dit te verwoorden. Dan blijf ik ontevreden achter, vooral over mezelf, en ga over naar de waan van de dag en laat ik het maar…” Het grootste gedeelte van de teamleden knikt of beaamt dat ze dit ook ervaren.
Tja, het blijft een uitdaging om vanuit gelijkwaardigheid te communiceren als er ongelijkwaardigheid zit in functies. En die uitdaging zit vooral in ons hoofd en in de overtuigingen over onszelf.
“Marlies, heb jij tips wat we hiermee kunnen doen?”
Ja, als teamcoach kan ik zeker een paar praktisch tips geven. Maar wat ik nóg veel belangrijker vind, is hoe jij naar jezelf kijkt. Want het probleem achter deze vraag is eigenlijk: “Hoe zie jij jezelf? Hoe belangrijk vind je jouw stem eigenlijk? Jij staat dicht bij de cliënt. Jij weet wat hij nodig heeft, toch? Voel jij je uitgenodigd genoeg om in zo’n gesprek jouw stem te laten horen? Jouw stem, namens de cliënt? Ben jij dan niet een hele belangrijke, gelijkwaardige gesprekspartner bij die zorgdirecteur? Zijn jullie niet diegene die de zorgdirecteur in deze kwestie vooral moeten voeden?”
Het werd een kwetsbare en diepgaande dialoog over de bovenstaande essentie. Een gesprek met rode wangen met verhelderende inzichten waarin iedereen actief deelnam. Op het einde kreeg ik een mooie reactie: “Dit is nu precies waar we jou altijd voor nodig hebben.” Ik bedank voor het compliment en verlaat de bijeenkomst.
Ik vraag me af: “Hoe zou eigenlijk de zorgdirecteur zo’n gesprek ervaren waar de medewerkers zich onvoldoende laten zien?” Want ik heb zeker ook bewondering voor alle zorgdirecteuren in Nederland. Ze nemen toch maar hun verantwoordelijkheid. Eigenlijk doet iedereen zo ontzettend zijn best.
’s Avonds op de bank, vraag ik me af wat de overeenkomst is tussen de toeslagaffaire en de huidige situatie in de zorg. Ook in de zorg vragen we veel van de mensen, maar wordt er voldoende gekeken naar de uitvoerbaarheid op de werkvloer? Willen we horen wat er echt speelt, wat de medewerkers bezighoudt? Hoe staat het met de menselijke maat richting werknemers? Staat een organisatie voldoende open om signalen op te pikken? Wellicht in andere woorden en soms wat verscholen uitgesproken… Zijn we in staat om dit goede gesprek met elkaar aan te gaan? Laten we elkaar groeien of ontvangen we elkaar niet?
De vragen tuimelen over elkaar in mijn hoofd. Dit houdt mij bezig. Jeetje, wat wil ik hier graag mijn bijdrage aan leveren de komende jaren…
Marlies Kusters, www.eigenwijzecoachweert.nl
Persoonlijk leiderschap in de zorg, zowel individueel als in teams